nl en
+31 76-5226470
+31 76-5226470

Het beëindigen van een langdurige handelsrelatie; kan dat zomaar?

Het beëindigen van een langdurige handelsrelatie; kan dat zomaar?

In de praktijk worden er veel verschillende overeenkomsten gesloten. Deze kunnen mondeling tot stand komen, maar over het algemeen wordt een overeenkomst schriftelijk aangegaan. Zo krijgt u waarschijnlijk geen auto geleverd voordat u een koopovereenkomst heeft ondertekend. Een overeenkomst kan ook onbewust ontstaan. In dat geval gaat het meestal om een duurovereenkomst; een overeenkomst waarbij partijen over en weer doorlopend prestaties dienen te verrichten. De betrokken partijen zijn zich meestal niet bewust van het gegeven dat er in zo’n geval een duurovereenkomst is ontstaan. Dit openbaart zich meestal pas op het moment dat partijen besluiten om te stoppen met de over en weer te leveren prestaties. Waar loop je tegenaan en waar moet je in zo’n geval op letten?

Stel je voor dat twee partijen al acht jaar een handelsrelatie met elkaar onderhouden zonder dat aan de samenwerking een schriftelijke overeenkomst ten grondslag ligt. Partij A koopt verzorgingsproducten in bij partij B, waarna A deze doorverkoopt aan haar klanten. Op enig moment stuurt partij B een e-mail naar partij A waarin zij de mededeling doet dat de handelsrelatie per direct tot een einde is gekomen. Vanzelfsprekend is partij A not amused. Zij is van mening dat de duurovereenkomst niet per direct kan worden opgezegd en spant een kort geding procedure aan. In deze zaak heb ik partij B bijgestaan.

Alvorens ik de uitkomst van dit kort geding deel, schets ik het juridisch kader voor het opzeggen van een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Duurovereenkomsten voor onbepaalde tijd waarbij geen opzegregeling is afgesproken, zijn in beginsel opzegbaar. De maatstaven van redelijkheid en billijkheid kunnen echter meebrengen dat (i) voor de opzegging een zwaarwegende grond is vereist, (ii) een opzegtermijn in acht moet worden genomen en (iii) de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod van betaling van een (schade)vergoeding. De partij die bezwaar maakt tegen de opzegging dient gemotiveerd te stellen dat directe opzegging van de duurovereenkomst in kwestie niet mogelijk is. Naast de aard en de inhoud van de overeenkomst, zijn (vanzelfsprekend) de omstandigheden van het geval van belang.

Belangrijke omstandigheden zijn onder meer:

  • hoe afhankelijk is een partij van de overeenkomst c.q. de prestaties van de andere partij;
  • de mate waarin partijen contact met elkaar onderhouden;
  • investeringen van partij(en);
  • afspraken tussen partijen (denk aan prijsafspraken);
  • de duur van de handelsrelatie.

Aan de hand van onder meer bovenstaande omstandigheden dient de bezwaar makende partij te beargumenteren dat de opzegging onrechtmatig is. De duur van de handelsrelatie is een belangrijke omstandigheid, maar niet doorslaggevend. Zo blijkt ook in de zaak waarin ik partij B heb bijgestaan.

Het gegeven dat partijen al acht jaar een handelsrelatie onderhielden ten tijde van de opzegging door partij B, sprak niet in het voordeel van partij B. Zo wordt in de literatuur aangenomen dat een handelsrelatie met een duur van ongeveer acht jaar kan worden opgezegd met inachtneming van een termijn van acht tot twaalf maanden. Naast de duur van de handelsrelatie zijn echter ook de hiervoor genoemde omstandigheden van belang om te bepalen of de opzegging onrechtmatig is. Hierboven staan belangrijke omstandigheden vermeld die ook door een rechter gewogen worden. Zo ook in deze kort geding procedure.

Weliswaar sprak de duur van de handelsrelatie niet in het voordeel van partij B, de overige omstandigheden maakten dat partij B de ontstane duurovereenkomst (niet zijnde distributieovereenkomst) per direct kon opzeggen. Nu partijen over en weer geen andere verplichtingen hadden dan die steeds volgden uit de individuele koopovereenkomsten én gebleken is dat partij A in haar bedrijfsvoering niet afhankelijk is van partij B, is er geen zwaarwegende reden voor de opzegging nodig. Daarnaast hoefde partij B geen opzegtermijn in acht te nemen en/of aanbod tot betaling van een schadevergoeding te doen, zo concludeert de voorzieningenrechter. De vorderingen van partij A zijn dan ook afgewezen.

Daniël Verstraten

Advocaat

Verstraten@kochadvocaten.nl

Altijd op de hoogte blijven? Volg ons op Linkedin!