nl en
+31 76-5226470
+31 76-5226470

Zó maakt u vanaf 1 april 2020 gebruik van de Regeling compensatie transitievergoeding.

Zó maakt u vanaf 1 april 2020 gebruik van de Regeling compensatie transitievergoeding.

Het duurt niet lang meer voordat de Regeling compensatie transitievergoeding in werking zal treden. Per 1 april 2020 kunnen werkgevers op basis van deze ministeriële regeling gecompenseerd worden voor de transitievergoeding die zij aan een langdurig arbeidsongeschikte werknemer hebben betaald. In deze blog leest u wanneer en hoe u gebruik kunt maken van deze regeling.

Allereerst is van belang dat het moet gaan om de beëindiging van een arbeidsovereenkomst met een werknemer op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid. Doorgaans betreft dit een werknemer die gedurende twee jaar (104 weken) arbeidsongeschikt is geweest en geen zicht meer heeft op herstel binnen 26 weken. Ook wanneer de arbeidsovereenkomst niet geheel, maar gedeeltelijk is beëindigd, is de regeling van toepassing.

Het maakt niet uit op welke wijze de arbeidsovereenkomst is beëindigd. Dit kan zijn geschied door opzegging na verkregen toestemming van het UWV, door een door beide partijen ondertekende beëindigingsovereenkomst of door het niet verlengen van een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Let op: wanneer een beëindigingsovereenkomst is gesloten, moet uit de inhoud daarvan wel blijken dat de grondslag van de beëindiging ook is gelegen in de langdurige arbeidsongeschiktheid. Het opnemen van de veelvoorkomende reden ‘verschil van inzicht’ is in dit geval dan ook af te raden.

De compensatie ziet zowel op transitievergoedingen die werkgevers verstrekken vanaf 1 april 2020 (ook wel ‘de structurele situatie’ genoemd) als transitievergoedingen die al tussen 1 juli 2015 en 1 april 2020 zijn betaald (de zogeheten ‘oude gevallen’). De compensatieregeling zal dus met terugwerkende kracht gaan gelden vanaf 1 juli 2015. Niet geheel toevallig betreft dit de datum dat de transitievergoeding werd ingevoerd met de Wet Werk en Zekerheid.

In de structurele situatie (vanaf 1 april 2020) kan de compensatie tot zes maanden na de betaling van de (volledige) transitievergoeding worden aangevraagd. Wordt deze in termijnen betaald, dan kan de aanvraag pas na de laatste betaling worden ingediend. Voor de oude gevallen (tussen 1 juli 2015 en 1 april 2020) kan de compensatie tot 1 oktober 2020 worden aangevraagd. Daarom is het zaak om niet te lang te wachten met een aanvraag en daarmee te voorkomen dat geld wordt misgelopen.

Werkgevers moeten ermee rekening houden dat de compensatie is gemaximeerd tot de hoogte van de transitievergoeding zoals die zou zijn geweest als de arbeidsovereenkomst was beëindigd de dag na het verstrijken van de ziekteperiode van twee jaar. Dit terwijl gedurende de periode dat het dienstverband na die twee jaar ‘slapend’ is gehouden of de loondoorbetalingsverplichting door een loonsanctie van het UWV is verlengd, de transitievergoeding wél verder wordt opgebouwd. Voor deze latere opbouw van de transitievergoeding wordt de werkgever dus niet gecompenseerd. Mede gezien de recente rechtspraak rondom de werkgeversplicht tot beëindiging van slapende dienstverbanden is het in het algemeen aan te raden om de arbeidsovereenkomst van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer zo snel mogelijk na de tweejaarstermijn te beëindigen.

Of een werkgever in aanmerking komt voor een compensatie, wordt beslist door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). De aanvraag verloopt dan ook via de website van het UWV. Vanaf 1 april 2020 kan daarvoor een digitaal formulier worden ingevuld via het werkgeversportaal. Aangezien daarop met EHerkenning dient te worden ingelogd, dient een werkgever daarvoor wel te beschikken over een dergelijk account. Bij het digitale formulier dient ook een aantal stukken te worden meegestuurd waarvoor werkgevers nu alvast de benodigde voorbereidingen kunnen treffen. Het UWV beoordeelt aan de hand daarvan of recht bestaat op compensatie en, zo ja, wat de hoogte daarvan is.

Het gaat daarbij in ieder geval om de volgende stukken:

  • De arbeidsovereenkomst met de betreffende werknemer;
  • Wanneer de arbeidsovereenkomst niet van rechtswege is geëindigd: (i) de opzegbrief inclusief de UWV beschikking waarin de toestemming voor opzegging is verleend of (ii) de met de werknemer gesloten beëindigingsovereenkomst;
  • De berekening van de hoogte van de transitievergoeding;
  • Een salarisspecificatie van de periode vóór de datum waarop de betreffende werknemer één jaar ziek was;
  • Een salarisspecificatie van de periode waarin het opzegverbod bij ziekte is verstreken (doorgaans na twee jaar arbeidsongeschiktheid);
  • Een betalingsbewijs van de transitievergoeding, oftewel een bankafschrift. Bij betaling in termijnen moeten de bankafschriften van alle deelbetalingen worden verstrekt.  

Na ontvangst van de (volledige) aanvraag neemt het UWV in principe binnen acht weken een beslissing. Deze termijn kan nog wel worden verlengd. Bovendien geldt deze termijn niet voor de oude gevallen, waarbij het UWV maar liefst zes maanden de tijd heeft om op de aanvraag te beslissen. Is de werkgever het niet eens met de beslissing van het UWV, dan kan daartegen via de bestuursrechtelijke weg bezwaar worden ingediend en vervolgens eventueel ook een beroepsprocedure worden gestart. Wordt de aanvraag van de werkgever gehonoreerd, dan verkrijgt deze van het UWV een (netto) bedrag gelijk aan het bruto bedrag van de (betaalde dan wel berekende) transitievergoeding. Werkgeverspremies worden daarbij niet vergoed.

Heeft u hierover vragen of wilt u ondersteuning bij het voorbereiden en/of indienen van een aanvraag? Neem dan contact op.

Irene van de Kerkhof-de Boer

Advocaat

vandekerkhof@kochadvocaten.nl

 

 

 

Altijd op de hoogte blijven? Volg ons op Linkedin!